


  Getrouwd met … Metternich.
  Genoemd in 1519 en in 1525 met Cornelis  van Weli in de Gerichtssignaten Bank van Valburg (Rechterlijk Archief  Overbetuwe) over goederen van het Convent van Renckum die Berent van Wely heeft bezeten.
Kind:
Getrouwd in 1570 met Gerrit Hendriks van Beynum genaamd Roest, geboren ca 1545, zoon van Hendrik Roest en Adriana van Beynum.
Maria Berndts van Wely en Gerrit Hendricx van Beijnhem genaamd Roest bekennen op 01-11-1619 in en protest van bezwaar van het Schoutambt Heteren schuldig te zijn aan Johan Gijsbertz Vermeer. Het stelt tot waarschap o.a. een huis waarin het woont en de nieuw aangekochte bouwweerd in het kerspel Randwijk (R. A. Arnhem, recht. arch. 307 (Heteren), f. 6).
(Bronnen: De Nederlandse Leeuw 1950, blz. 319; Gens Nostra jaargang 43 blz. 33).


Getrouwd  met Aeltgen Bernaertsdr. Digesheim, dochter van Bernard
  Digesheim  en … Ucken.
  Kinderen: 


  Overleden  in september 1582.
  Procureur-generaal  van het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland van 28-02-1576 tot  ..-09-1582. 
  Getrouwd  met Klasina Jansdr (ook wel Claesken Joppendr) van Ruijven, afkomstig uit  Gorkum, dochter van Jop Pietersz van Ruijven en Adriana Jansdr. van der Verven.
  Zij  woonden in 1581 in  de Spuistraat te ´s-Gravenhage.
  Bekend is een “Blaffaert van Mr Bernardus Wely  Ontfanger particulier v.d. geannot. goederen omt Quartier v. Delft ende Delft  Landt mette Restanten v.d. Jaeren 1572 en 1573 (huyshuyeren ende thuynhuyeren  Delft en omgeving)” (transcriptie H.B. Eldermans , 1992, in: Catalogus van  boeken - Bibliotheek NGV afd. Delfland; een blaffaert is een klapper).
  Bernardus wordt op 03-09-1590 genoemd als erfgenaam  van Aett Barents en schoonvader Jop Pietersz van Ruijven komt voor als  grootvader van de wezen van Bernardus Wely in de “index op de quaclappen” (RA  Friesland, archief Hof van Friesland Toegang 14, inv.  nr. 16704 (v/h deel YY18), blad 127.) 
  (bron voor de persoonsgegevens: A.S. de Blécourt en  E.M. Meijers, Memorialen van het Hof (den Raad) van Holland, Zeeland en  West-Friesland, van de secretaris Jan Rosa. Deelen I, II en III (Haarlem 1929)  LVI.).
  Goessen  Adriaensz Groenhout, out-schepen, 47 jr, op verzoek van Claesgen van Ruven,  weduwe van Bernardus Wely, in zijn leven procureur-generael van den Hove van  Hollant. Betreft de vraag of Jacob Leeuw deze Bernardus Wely heeft gekend.  (Attestatie notaris Symonsz 20-7-1594, GA Rotterdam).
  Christiaen  van Cleijburch, bailliju, en dijckgraeve van Schijelant, op verzoek van  Jonckvrouwe Claesgen van Ruven, weduwe van Bernardus Welij, procureur-generael  van den Hove van Hollant. Betreft Jacob Cornelisz Leeuw, wonend op de Rotte,  die hij goed heeft gekend, die een man is met een bedenkelijke reputatie.  (Attestatie notaris Symonsz 21-7-1594, GA Rotterdam).
  Kinderen:

Op 16-05-1594 ingeschreven als student in de letteren te  Leiden.
  Getrouwd op 10-01-1598 te Amsterdam met Johanna Vooll (ook  wel 
  genoemd  Foul(s), Foei(s)) uit Leerdam, oorspronkelijk mogelijk uit Antwerpen. 
  Voogd van Johanna Vooll, 1598. 
(Bron: Processtukken gediend hebbend in appelzaken voor de  raden van Philips Willem, graaf van Buren of van Philips van Hohenlohe en Maria  van Nassau te Buren, Leerdam, IJsselstein of Delft. Nationaal Archief’).
19-12-1602: Lucas Wely met de helft bij dode van Job van Ruiven Pietersz.,  burgemeester van Gorinchem, zijn grootvader, na verkoop door Pierre le Fébure  voor Anna van Chanu, diens vrouw, die 1-2-1582 toch overdroegen aan Ida,  dochter van Laurens van Bronkhorst, haar dochter, en Adam van den Heuvel  Adriaansz. met de andere helft bij dode van Adriaan van den Heuvel Dirk, burgemeester  van Gorinchem, diens vader, beiden na verzuim.
  (Bronnen: Repertorium op de lenen van de Hofstede Hagestein in  het Land van Heusden (1262-1797), J.C. Kort, WIJK, 6465 fol. 214v-218v.; Ons Voorgeslacht,  januari 1995).
  Hofstede  Dussen: 1 morgen land in Muilkerk, strekkend van het Hoogland tot de eerste  dwarssloot, oost: erven. Jacob Gerardsz. (1541: erven Jacob Gantsz.; 1555:  Adriaan Willemsz.), west: erven heer Jan van Goor (1555: erven Raveschot) .  6-5-1533: Gerard de Coster Jansz., B fo. 118.: ~1605: Lucas Wely zoals  Adriaan Gerardsz., B blad bij fo. 172. 7-1-1612: Anton Paling Cornelisz. bij  overdracht door Lucas Wely, R fo. 3
(Bron: Repertorium op de lenen van de Hofstede Dussen,  1356-1671 door J.C.Kort).
Lucas van Wely, schilderij door een onbekende meester, ca 1600 (ex collectie Jhr M. de Kerckove de Denterghem).
  Wapen Van Wely en zijn vier kwartieren rechtsboven
  Geboren te Den Haag. Overleden op 10-01-1634, begraven te  Rotterdam.
  Getrouwd: 
  1e huwelijk: ondertrouwd op 04-02-1601, getrouwd  op 18-02-1601 te Rotterdam met Mr. Pieter Vroesen, advocaat van het Hof van  Holland, secretaris te Rotterdam, begraven op 19-07-1608 te Rotterdam. 
  
  

2e huwelijk:  ondertrouwd op 11-09-1611, getrouwd op 25-09-1611 te Rotterdam met Johan  Hendricks van Hogendorp, begraven op 06-04-1638 te Rotterdam, weesmeester  (1617), raad in de vroedschap (1625) en burgemeester (1631) van Rotterdam,  wonende in de Hooftstraat te Rotterdam, zoon van Hendrick Jansz van Hogendorp  en Maria Jansdr. de Bruyn. Eerder gehuwd met Cornelia Sandelijn.
  (bron:  De Navorscher, jaargang 1904, blz. 44; dtb Rotterdam; testament 26-09-1612  notaris J. Symons).
  Pieter Vroesen, advocaet van  den Hove van Hollant, en zijn vrouw Adriana Welij verklaren dat de  meegebrachte papieren, door Mr. Pieter Vroesen geschreven, beschouwd moeten  worden als door hen beiden geschreven en geldt als hun testament. (testament  notaris Symonsz 10-01-1602, GA Rotterdam).
  Adriana Welij, weduwe van Pieter Vroesen, secretaris alhier,  geassisteerd door doctor Pancraes Castuchius Sijndicus, pensionaris te  Groeningen, haar zwager, Franchoijs de Witte, procureur, om zijn belangen te  behartigen. (testament notaris Symonsz 08-09-1608, GA Rotterdam).
  Adriana Welij,  weduwe van Pieter Vroesen, secretaris alhier, geassisteerd door doctor Pancraes  Castuchius Sijndicus, pensionaris te Groeningen, haar zwager, Franchoijs de  Witte, procureur, om zijn belangen te behartigen.  (machtiging notaris Symonsz 08-09-1608, GA  Rotterdam).
  Jan van Hoogendorp man van Adriana  van Welij, machtigt Franchoys de Witte procureur, om hem te  vertegenwoordigen voor de Hoege Raede en Provincialen Hoeve van Hollandt wat  zijn privé aangelegenheden betreft als ook om de belangen van zijn vrouw te  behartigen die weduwe is van Mr. Pieter Vroesen, secretaris van de stad  Rotterdam. (machtiging notaris Jacobsz 17-11-1611, GA Rotterdam).
  Johan van  Hogendorp raet en de vroetschap van Rotterdam, en zijn vrouw Adriana van  Wely, wonende 
  Hooftstraet benoemen elkaar over en weer tot universeel erfgenaam met als  legaat aan hun kinderen o.m.:
  28 margen lants gelegen bij het dorp Westmaes in de Group in Zuyt-Hollandt, met  de daarop staande woning,
  enz. voorts 2 1/2 margen weylandts gelegen in Mijnsheerenlandt van Moerkercken  en nog het 
  1 buytenlandt gelegen buitendijks in het land van Altena nabij Almkerck, en een  bedrag van 10.000 gulden 
  Comparanten herroepen hun huwelijkse voorwaarden en testament gemaakt op 26  september 1613 t.o.v. 
Jacob Symonsz, notaris (testament notaris  Symonsz 05-02-1630, GA Rotterdam).
Adriana van Wely, schilderij door een onbekende meester, ca 1599 (ex collectie Jhr M. de Kerckove de Denterghem).
  Gedeeld wapen Van Hogendorp/Van Wely en haar vier kwartieren rechtsboven, later aangebracht.
Geboren ca 1574.
  Getrouwd op 08-12-1591 te Alkmaar met Mr Pancras Castricum,  afkomstig uit Alkmaar, doctor in de rechten en advocaat.
  (bron:  CBG, aantekening in dossier Van Wely; De Navorscher 1856 blz. 233)
  Mr.  Bernhard van Weent gezeyd Castricum, Advocaat fiscaal van de Krijgs-Raad, Zone  van Mr. Pancras van Castricum, pensionaris van Groeningen en Enkhuyzen en van Johanna  van Weely Bernhardsdochter. 
  Doctor Pancreas Castrichum,  sindicus van de stad Groeningen, man en voogd van juffrouw Jannette Welij,  mede namens Lucas Welij, zijn zwager, en Pieter Vroesen, secretaris,  getrouwd met Adriana Welij, nagelaten dochters van juffrouw Claesgen van  Ruven, en dus haar erfgenamen, machtigen Henrick Boelisz, procureur in  Amsterdam, om zich garant te stellen voor Henrick Nottelman uit den Haege en  Herman Henricxsz, zijn borg in Amsterdam, in een proces tegen Herman de Vos, curator  over de goederen van Olivier van der Vinck. (Machtiging of procuratie notaris  Symonsz, 23-06-1607, GA Rotterdam).
  Henrick Boelisz, sindicus van  de stad Groeningen, gemachtigd door Doctor Pancratius Castrichum, voor hemzelf  en namens Lucas Welij, broer van zijn vrouw, en Pieter Vroesen,  secretaris van Rotterdam... (De akte is niet afgemaakt; notaris Symonsz,  23-06-1607, GA Rotterdam).
  Johan van Hogendorp, 56 jaar,  en Jannetgen Isbet, weduwe van Leendert Cornelisz Keijser, 56 jaar en Jannette  Wely, weduwe van Panckeras Caster, 60 jaar, verklaren op verzoek van  Phillips de Philmis als vader en voogd over de nagelaten kinderen van Cristina  Nijsbet, die mede erfgenamen was van Jop Pietersz van Ruen, grootvader van  Cristina, dat ze bij de verdeling voor schepenen van Gorinchem toegewezen  gekregen heeft op 8 juni 1602 10 morgen land in Ponsenhoven, gekocht bij  decreet van Fredrick van Herlaer, een leen van de grafelijkheid van Holland,  met een huis en berg er op. (attestatie of verklaring notaris Van der Hout,  04-03-1634, GA Rotterdam).
  Jannetgen Isbet of Nijsbet,  weduwe van Leendert Cornelisz Keijser, 56 jaar, en Jannetje Welij,  weduwe van Panckeras Kaster, 60 jaar, verklaren op verzoek van Philips de  Philmis, vader en voogd van de nagelaten kinderen van Cristina Nijsbet, die  mede erfgename was van Jop Pietersz van Ruen de grootvader van Cristina, dat  zij bij de loting tussen de erfgenamen op 08-07-1602 voor schepenen van  Gorinchem een stuk land gekregen heeft genaamd Ponsenhouf, groot 10 morgen,  gekocht bij decreet van Frederick van Harlaer, met daarop het huis en de berg;  en dat zij vandaag de cavelcedulle nog hebben gezien. (attestatie of verklaring  notaris Van der Hout, 14-03-1634, GA Rotterdam).
  Jenette Welij, weduwe van raetsheer Pancras Castricum, machtigt  Gijsmar de Wit, substituut secretaris van Woudrichem en de landen van Altena om  de verkoop te bekrachtigen van 14 hond land. Het land is verkocht door Jacob  van Nispen, raet en meester ordinaris van de munten der verenigde Nederlanden  aan jonckheer Sijdewijn van Nuyssenburch, ambachtsheer van Sijdewijn Cappelle.  Het is gelegen in de banne van Hille, in het land ven Altena. (machtiging  notaris Hofflant, 23-04-1637, GA Rotterdam).
  De notaris heeft op verzoek  van juffrouw Nispen, vrouw van Jacob van Nispen, generael van de Munt, Maria  Castercoys, vrouw van secretaris van de Graft en Bernardus Castercoys, advocaet  van den Hove van Hollant, allen erfgenamen van Pancras Castercoys en Jannetge  Wely, een akte opgemaakt over een verzegelde gesloten koffer, waarin volgens  de erfgenamen een partij pampieren en zilverwerk zitten. (attestatie of  verklaring notaris Hofflant, 07-01-1637, GA Rotterdam).
  Court Jansz bekent volledig  betaald te hebben een obligatie van 100 gulden die hij had ten laste van  Wualthery Castercon waar borg voor was Jannette Wely. (kwitantie notaris  Van Aller 08-01-1639, GA Rotterdam).

  
    
  
    
  
  Stukken  betreffende de pogingen van Roloff van Wely, namens zijn vader Jan  van Wely te 
  Utrecht,  en van Dyrck Willemsz. te Utrecht, weduwnaar van Maritgen van Wely,  weduwe 
  van  Aernt van der Doest, om te Delft de nalatenschap van Maritgen af te wikkelen en  de 
  voogdij  te regelen van haar voordochter Sandrijntge van der Doest, 1547-1548.
  (bron: Inventaris van het archief van de weeskamer Delft,  (1506) 1536-1887 (1985-1990) , Regionaal Historisch Centrum Delft).
  Kinderen:

  Getrouwd met Wonnigchen Jan de  Royendochter.
  Woonde  te Utrecht.
  (Bron: De Nederlandsche Leeuw, jaargang 1940, blz. 22;  Register Transporten en 
  Plechten, Gem.arch. Utrecht, Inv. I, 705).
  Kind: 
  Laatst bijgewerkt op
  15.09.2023  10:32
uur.
Copyright © 2019 -
  
  G.L. van Welie
  Niets uit deze website mag worden gekopieerd, verspreid en/of gepubliceerd zonder schriftelijke toestemming van de auteur.
  Levende personen zijn in verband met hun privacy niet altijd vermeld. Waar mij wel gegevens bekend zijn van deze nazaten is dat aangegeven met (niet vermeld).
  Tussen haakjes is soms mijn bron vermeld:   (adv) betekent dat mijn bron een familie(adv)ertentie is. Daar waar ik zelf   gegevens heb gecheckt met de burgelijke stand (bs) of dtb boeken van de kerk:   (d)oopboek, (t)rouwboek (b)egraafboek heb ik dat erbij vermeld.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen?